Imkers zijn bovenal natuurmensen. Wij zijn niet alleen honingbijenhouders maar ook geïnteresseerd in de wilde, solitaire bij.
Voldoende voedsel
Voor de honingbij is het belangrijk dat er genoeg bijenplanten zijn, zodat zij voldoende stuifmeel en nectar kan verzamelen. Deze bijenplanten noemen we drachtplanten. Een imker moedigt daarom het planten van bollen, bomen, struiken en planten aan en probeert zodoende een bij-vriendelijke omgeving te stimuleren.
Als er genoeg dracht is voor de honingbij is er ook geen sprake van concurrentie met de wilde bijen.Er is dan genoeg voedsel voor alle bijen
Als imkervereniging zijn we ook geïnteresseerd in de wilde bij. We hebben met 'imker in de klas'
één van onze imkers laten vertellen hoe bepaalde wilde bijen zich huisvesten en wat ze eten.
Wilde bijen komen steeds meer in de belangstelling.
Ook binnen onze vereniging groeit de interesse in wilde bijen. Wilde bijen bestuiven, net als honingbijen en andere bloem bezoekende insecten. Een onmisbare schakel in het behoud van de diversiteit aan planten in ons land. Gelukkig zijn diverse gemeentes hun groenbeleid aan het aanpassen en krijgen we steeds meer wilde bermen die van essentieel belang zijn voor wilde bijen. Het plaatsen van insectenhotels en het groenmaken van schuurdaken gaat ons helpen de toekomst van de wilde bijen zeker te stellen.
Voor het plaatsen van honingbijen blijft het belangrijk om te kijken naar de hoeveelheid dracht die er is voor de honingbij. Deze moet voldoende aanwezig zijn, zodat de honingbij geen concurrent wordt van de wilde bij.