ONZE BIJENSCHANSEN

 ONZE BIJENSCHANSEN

Onze hoofdlocatie en historisch hart

Bijenschans Corversbos
Verscholen in het Hilversumse Corversbos, in een verdiept landschap dat beschermde tegen de gure winden die over de vroegere heide waaide, ligt de historische bijenschans Corversbos.

Bijenschans Corversbos is de hoofdlocatie van imkervereniging Hilversum en Wijdemeren. De schans, vergezeld van een klein clubgebouw is een historisch juweel wat de status van natuurmonument heeft. Werken met bijen in deze schans is een ervaring die je, behalve dichter bij de natuur, ook dichter bij de oorsprong van het imkeren brengt. 

Kijk in onze agenda wanneer de schans geopend is. Je bent dan welkom om een kijkje te nemen en een potje echte Hilversumse honing aan te schaffen!

Schansbeheerder Corversbos: Jur Wernsen

Vier eeuwen Hilversumse honing 
De historicus Frits David Zeiler, auteur van Onder de hei-Archeologische en historisch-geografische landschapselementen in Het Gooi (1994) schrijft over een vergeten gebruik: de ‘bijenbank’. 
De bijenbank is een stuk afgetopte aarden wal, zonder schans dus, waarop de korven of kasten werden gezet om ze wat droger te houden en er beter bij te kunnen. De enige schans met een dergelijke oorsprong is de gerestaureerde schans in Het Gooi; Bijenschans Corversbos in Hilversum. 

Hierover Leo Hensels, voormalig bijenteeltvoorlichter bij (destijds) het ministerie van Landbouw:

“Vanaf de rand van bebouwd Hilversum lopen we door hoog loofbos naar de eeuwenoude schans, waar toevallig juist een imker aan het werk is. Ter verklaring van wat hem en zijn bijen omgeeft, komt hij met een argument dat volgens Hensels pas in tweede instantie een rol speelde: beschutting tegen de wind. Als het te hard waait, kunnen bijen hun onderkomen slecht terugvinden en kunnen ze bij een naburige imker intrekken. 

De bijenschans in het Corversbos illustreert hoe weinig men zich indertijd bekommerde om uiterlijke conventies: de bijen zitten in een oude leemkuil ter grootte van een bijenschans, een meter of twee onder het maaiveld. Een wal was hier dus niet nodig. Wel was er oorspronkelijk een haag rond de terreininzinking, zegt de imker. Die wordt allang niet meer bijgehouden en alleen met moeite zijn de resten te herkennen. Helemaal verdwenen zijn de korte aarden wallen op de bodem, waar de korven vroeger op stonden, vóór de bouw van een houten stellage met overkapping. In de wand van de kuil zitten nog wel kleine stukjes leem, een herinnering aan de oude economische functie van de plek waar nu al vier eeuwen honing wordt geproduceerd’…


"In 1949 herleefde in Hilversum de belangstelling voor het houden van bijen."

Ina van Soestbergen (1942 - 2019) was jarenlang voorzitter van Imkervereniging Hilversum en Wijdemeren. Zij wist als geen ander te vertellen over de geschiedenis van de Bijenschans Corversbos.

“Tot de komst van het suikerriet vormde honing een belangrijke bron van inkomsten voor de Erfgooiers die hun bijen op de bloeiende boekweit en heide lieten vliegen. De meeste bijenschansen zijn nu verdwenen, maar sommige zijn gebleven of herontdekt, zoals de bijenschans in het Corversbos. 

Net als vroeger is deze schans weer het thuis van tientallen bijenvolken.De Erfgooiers waren erg actief met het houden van bijen. Op een kaart van Gooiland uit 1843 die is gemaakt volgens de aanwijzingen van Albertus Perk zijn rond de tachtig bijenschansen in het Gooi ingetekend, waarvan meer dan dertig binnen de gemeente- grenzen van Hilversum liggen."

De Erfgooiers reisden met hun bijen naar de vruchtbomen in de Utrechtse boomgaarden, maar lieten ze ook in het Gooi vliegen op de boekweitvelden, de lindebomen en de heide.
Al uit de zeventiende eeuw zijn regels bekend voor het houden van bijen. Zo moest er toestemming worden gevraagd aan het gemeentebestuur voor het houden van een bijenschans en moesten de schansen ten minste 375 meter uit elkaar liggen. Ook was het verboden om elkaars bijenzwermen af te vangen of lokkorven te plaatsen.

Hoewel omstreeks 1870 de jaaropbrengst van een veertigtal bijenvolken gelijk stond aan het jaarloon van een boerenarbeider, raakte na 1900 de imkerij in verval. Van alle vroegere bijen-schansen zijn er nog maar bar weinig over. Ook de bijenschans in het Corversbos was helemaal verdwenen. 

"We weten eigenlijk niet wat er is gebeurd met de schans tussen 1900 en 1950. Pas in 1949 herleefde in Hilversum de belangstelling voor het houden van bijen en is de schans opnieuw door padvinders uitgegraven. Een jaar later is de schans officieel als Natuurmonument geopend”.

Dit artikel met interview van Ina is verschenen in de Gooi en Eemlander 03-08-2015

Bijenschans Zonnestraal

De Schans op landgoed Zonnestraal is de voormalige Bijenstand van imker Henk van Dijk. Na zijn verscheiden heeft Imkervereniging Hilversum en Wijdemeren het beheer van deze schans overgenomen. 

Bijenschans Zonnestraal is gelegen op het gelijknamige legendarische landgoed waar in de jaren 30 een sanatorium voor TBC patiënten was ingericht. Natuur en iconische bouwkunde zijn hier samengebracht; hoe passend om op dit landgoed ook een bijenschans te faciliteren. Immers, bijen doen bij het maken van hun ingenieuze raatstructuur niet anders.

In de omgeving zijn onder andere wilde kastanjes te vinden die de lentehoning zijn karakteristieke smaak geven. Ook de omliggende heide is van grote invloed op de smaak van de honing. 

Zonnestraal is een compacte schans waar ongeveer acht kasten staan van diverse imkers van de vereniging Hilversum en Wijdemeren en waar we onder andere ook aandacht besteden aan natuurlijk imkeren.
Schansbeheerder Zonnestraal: Wilma

Bijenschans 
De Kwakel
De schans in het Corversbos is een prachtlocatie, maar de grootte van de schans en de beschikbare dracht is onvoldoende om alle bijenvolken van onze leden én de trainingen te kunnen huisvesten.

Om beter in de ruimtebehoefte te kunnen voorzien, wordt (met succes) gezocht naar nieuwe schans-locaties. Één van de projecten waar volop aan wordt gewerkt, is een bijenschans in Kortenhoef. In overleg met de Gemeente Wijdemeren is een locatie gevonden tussen het terrein van de ‘Scouting Klaas Toxopeus’ en het de Kortenhoefse Plassen: aan het eind van de Kwakel.

De Kwakel is een veelbelovende locatie, inclusief oude nissenhut, maar er moet nog veel werk worden verzet. In overleg met de gemeente en de scouting is de inrichting van het terrein, waaronder de exacte locatie van de te bouwen bijenschans aangepakt. 


Share by: